Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet op het basisonderwijs, enz. (het totstandbrengen van onder meer een Wet op het primair onderwijs en een Wet op de expertisecentra)

 

Artikel XXXII SAMENSTELLING SAMENWERKINGSVERBANDEN IN DE PERIODE 1 AUGUSTUS 1998 TOT EN MET 31 JULI 2003
1
Voor 1 mei 1998 of, indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst na 2 april 1998 wordt uitgegeven, binnen 4 weken na de datum van uitgifte van dat Staatsblad, wordt aan Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ter goedkeuring voorgelegd dat een samenwerkingsverband per 1 augustus 1998
a
voldoet aan het verwijzingspatroon zoals opgenomen in het tweede en derde lid,
b
voldoet aan de minimum-norm van 2000 leerlingen, en
c
1
dezelfde samenstelling heeft als op 1 augustus 1995,
2
een samenstelling heeft waarmee wordt ingestemd door de bevoegde gezagsorganen van alle betrokken scholen en de bereikbaarheid van de speciale school of speciale scholen in het samenwerkingsverband in stand blijft,
3
een samenstelling heeft waarmee wordt ingestemd door de bevoegde gezagsorganen van alle betrokken scholen en er goed bereikbare zorgvoorzieningen zijn getroffen bij basisscholen,
4
een samenstelling heeft waarmee niet wordt ingestemd door de bevoegde gezagsorganen van alle betrokken scholen, binnen de samenwerkingsverbanden waaraan deze scholen deelnemen met inachtneming van de wettelijke werkgelegenheids- en salarisgaranties goede oplossingen worden geboden voor de plaatsing van het personeel van de speciale scholen voor basisonderwijs en de bereikbaarheid van de speciale school of speciale scholen in het samenwerkingsverband in stand blijft, of
5
een samenstelling heeft waarmee niet wordt ingestemd door de bevoegde gezagsorganen van alle betrokken scholen, binnen de samenwerkingsverbanden waaraan deze scholen deelnemen met inachtneming van de wettelijke werkgelegenheids- en salarisgaranties goede oplossingen worden geboden voor de plaatsing van het personeel van de speciale scholen voor basisonderwijs en er goed bereikbare zorgvoorzieningen zijn getroffen bij basisscholen.
2
3 OMZETTING EN TIJDELIJKE VOORTZETTING BEKOSTIGING; VOORTZETTING DIENSTVERBAND
a
niet minder leerlingen hebben verwezen naar het speciaal onderwijs voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden, moeilijk lerende kinderen of in hun ontwikkeling bedreigde kleuters van scholen of scholengemeenschappen die zijn omgezet in een speciale school voor basisonderwijs van dat samenwerkingsverband dan naar dat speciaal onderwijs van andere scholen of scholengemeenschappen, of
b
geen leerlingen of slechts één leerling hebben verwezen naar het speciaal onderwijs voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden, moeilijk lerende kinderen of in hun ontwikkeling bedreigde kleuters.
3
Voor de berekening op grond van het tweede lid worden de aantallen van de basisschool afkomstige leerlingen die op elk van de teldata 1 oktober 1993, 1 oktober 1994 en 1 oktober 1995 deelnamen aan het speciaal onderwijs van een school of scholengemeenschap opgeteld en worden de leerlingen die voor 2 oktober 1992 naar het speciaal onderwijs zijn gegaan buiten beschouwing gelaten.
4
De betrokken scholen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen c2° tot en met c5°, zijn de scholen die het desbetreffende samenwerkingsverband per 1 augustus 1998 gaan vormen en de scholen waarmee eerstgenoemde scholen in een of meer van de schooljaren 1995-1996, 1996-1997 en 1997-1998 een samenwerkingsverband vormden.
5
Van het in stand blijven van de bereikbaarheid van de speciale school of scholen voor basisonderwijs, bedoeld in het eerste lid, onderdelen c2° en c4°, is sprake als de gemiddelde afstand van de basisscholen in het te vormen samenwerkingsverband tot de dichtstbijzijnde in het eigen verband gelegen speciale school voor basisonderwijs, daaronder niet begrepen een nevenvestiging, gelijk is aan of kleiner is dan de gemiddelde afstand in het schooljaar 1995-1996 van de basisscholen in de samenwerkingsverbanden waarvan eerstgenoemde basisscholen in dat schooljaar deel uitmaakten tot de dichtstbijzijnde in het eigen verband gelegen school met speciaal onderwijs voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden of moeilijk lerende kinderen. Bij het bepalen van de gemiddelde afstand blijven buiten beschouwing:
a
scholen die in de periode van 1 augustus 1996 tot en met 1 augustus 1998 zijn gesticht of opgeheven, dan wel waarvan de bekostiging in die periode is beëindigd en
b
scholen die op 1 augustus 1995 deel uitmaakten van een samenwerkingsverband dat geheel opgaat in het te vormen samenwerkingsverband.
6
In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder c4° en c5°, wordt een rapport overgelegd met betrekking tot het overleg met de personele geleding van de medezeggenschapsraad over de oplossingen voor de plaatsing van het personeel van de speciale scholen voor basisonderwijs.
7
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen hoort de landelijke besturenorganisaties en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten alvorens over het verzoek om goedkeuring te beslissen in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder c4° en c5°.
8
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen neemt bij zijn beslissing op het verzoek om goedkeuring het totaal van de te vormen samenwerkingsverbanden in acht.
9
Wijzigingen in de samenstelling van de op grond van het eerste tot en met achtste lid tot stand gekomen samenwerkingsverbanden kunnen gedurende de periode van 1 augustus 1998 tot en met 31 juli 2003 slechts plaatsvinden voor zover zij het gevolg zijn van de stichting of opheffing van scholen of een volledige samenvoeging van samenwerkingsverbanden en door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zijn goedgekeurd.
2
3 OMZETTING EN TIJDELIJKE VOORTZETTING BEKOSTIGING; VOORTZETTING DIENSTVERBAND


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •